
Waar moet je op letten als je tuinverlichting gaat aanleggen?
Een goed begin is het halve werk – dat geldt zeker bij het aanleggen van tuinverlichting. Denk eerst na over wat je wilt verlichten en waarom. Heb je functionele verlichting nodig, bijvoorbeeld bij de oprit of achterdeur? Of wil je juist een gezellige sfeer creëren bij het terras of tussen de beplanting? Daarna kijk je naar de bediening: kies je voor een lichtsensor, een bewegingsmelder of een gewone schakelaar? Sensorlampen zijn ideaal bij in- en uitgangen. Voor sfeerverlichting wil je liever zelf de controle houden. Vergeet ook niet de IP-waarde te checken. Voor buiten heb je minimaal IP44 nodig – dan weet je zeker dat de lamp tegen een buitje kan.
Hoe kies je de ideale hoogte voor een buitenlamp?
De juiste hoogte van je buitenlamp maakt echt het verschil. Te hoog? Dan verblindt ‘ie je elke keer als je langsloopt. Te laag? Dan blijft het alsnog donker. Gelukkig zijn er wat handige richtlijnen. Bij een voordeur of achterdeur hang je de lamp meestal op zo’n 180 tot 200 cm hoogte. Zo heb je goed zicht én voldoende spreiding van het licht. Langs het tuinpad of de oprit? Dan zit je met 100 tot 140 cm helemaal goed.
Buitenverlichting aan een muur monteren?
Wil je een buitenlamp aan een muur of schutting bevestigen? Dan zijn er een paar dingen waar je even op moet letten. Eerst en vooral: is de ondergrond stevig genoeg? Een bakstenen muur is perfect, maar ook een houten wand kan – als hij goed vastzit – prima werken. Gebruik altijd de juiste pluggen en schroeven voor het materiaal. En let op: check met een leidingzoeker of je geen kabels of leidingen raakt bij het boren. En dan nog iets belangrijks: vocht! Je wilt echt niet dat er water bij de aansluiting komt. Gebruik daarom altijd een waterdichte lasdoos of een kabelwartel met rubberen afdichting. Zo voorkom je ellende achteraf.